“De meeste dossiers die liggen te wachten, zijn dossiers van slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016. Met dit voorstel zetten we eindelijk een stap vooruit in de bescherming van alle slachtoffers. Achter elk achterstallig dossier schuilt een menselijk drama”, zegt Kathleen Depoorter.
Dossiers lopen vertraging op door verouderde regels
De bestaande wetgeving botst op praktische problemen: de oorlogsslachtoffers die zetelen in deze commissies zijn overlevenden van de Tweede Wereldoorlog. Tachtig jaar na het einde van dat conflict is dat niet langer haalbaar. Daardoor stapelen de dossiers zich op. Vooral slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016 wachten al jaren op duidelijkheid.
Ruimere samenstelling
Het voorstel past de wet aan zodat de commissies opnieuw bemand raken. Voortaan mogen ook terreurslachtoffers, hogere officieren van Defensie, voormalige rijkswachters of mensen met aantoonbare inzet voor slachtoffers van terrorisme in de commissies zetelen. De bevoegde minister bewaakt de deskundigheid en kwaliteit van de leden.
“We mogen niet toelaten dat de rechten van slachtoffers in het gedrang komen omdat er te weinig mensen beschikbaar zijn om de commissies samen te stellen. Met deze hervorming garanderen we dat elke aanvraag degelijk en wettig kan worden beoordeeld, en zorgen we ervoor dat de slachtoffers worden vertegenwoordigd bij de beoordeling”, zegt Kathleen Depoorter.
Noodzakelijke stap vooruit
Volgens minister van Defensie Theo Francken raakt de hervorming een pijnpunt dat te lang aansleepte: “De terreuraanslagen in Zaventem hebben een litteken nagelaten bij iedereen in dit land. Het is daarom des te belangrijker dat de achterstand binnen de bevoegde commissie eindelijk wordt aangepakt. Dat deze structurele verbetering er nu komt, is een goede en noodzakelijke stap vooruit.”