Sinds mei 2019 ben ik federaal volksvertegenwoordiger. Ik ben vast lid van de commissies volksgezondheid en plaatsvervangend lid van de commissie buitenlandse zaken waar ik ontwikkelingssamenwerking opvolg. Voor ik parlementslid werd was ik meerdere jaren lid van het partijbestuur van N-VA.
Als apotheker leek het mij een evidentie om deel uit te maken van de commissie volksgezondheid. Naast het feit dat ik jarenlange expertise in het veld heb , blijf ik het ook één van de meest intrigerende thema’s van het beleid vinden. Het vinden van de harmonie tussen een optimale gezondheidszorg voor onze bevolking enerzijds, de wetenschap en knowhow van onze zorgverstrekkers en het globale budgettaire plaatje is een bijzonder moeilijke oefening. Het zoeken naar dit evenwicht beschouw ik als één van de taken van een parlementslid. In wetgevend werk moeten we op zoek gaan naar evidence based medicine die gedragen kan worden met publieke middelen. Hiervoor dienen we gezondheidscriteria op te stellen en aan de hand van die criteria maatregelen en wetteksten uitschrijven.
Geneesmiddelenbeleid is een zeer breed thema, het gaat van vergunnen van nieuwe medicatie tot de mechanismen waarop de terugbetaling van medicatie gebaseerd is. Het toekomstpact dat in het begin van de vorige legislatuur is afgesproken tussen de minister en de farma sector is achterhaald. We moeten durven “out of the box” denken als we de toegankelijkheid van geneesmiddelen voor de volgende generaties willen garanderen. Door het maken van concrete afspraken en criteria kunnen we met de farmaceutische bedrijven naar nieuwe terugbetalingsmodellen evalueren die de verantwoordelijkheid van de terugbetaling delen. We noemen dit “Pay for Performance”. Dergelijke modellen moeten ons in staat brengen om de toegankelijkheid van innovatie voor onze patiënten te kunnen verzekeren. Echter, geneesmiddelenbeleid gaat verder dan enkel innovatie. Bestaande, goed werkende therapieën moeten we blijven koesteren. Hiervoor is het belangrijk dat ons land ook met de generieke producenten en met de producenten van biosimulars een pact afsluit, dat hun beschikbaarheid voor onze patiënten garandeer.
De onbeschikbaarheid van geneesmiddelen voor onze patiënten was een probleem dat ik meebracht vanuit de praktijk in mijn apotheek naar het parlement. Onze patiënten , artsen en apothekers moeten op een snelle, betrouwbare manier de juiste molecule voor de juiste patiënt kunnen voorzien.
Om innovatie en betaalbaarheid van geneesmiddelen samen gang te laten vinden werden destijds terugbetalingsakkoorden in het leven geroepen die geheim verlopen en exclusief tussen de diensten van de overheid en de geneesmiddelenfabrikant verlopen. Wat begon als een uitzonderingsmaatregel met de beste bedoelingen groeide uit tot een pakket van geneesmiddelen dat goed is voor één derde van het geneesmiddelen budget. Gebrek aan transparantie bij deze contracten ondermijnt de parlementaire , vandaar dat deze transparantie dan ook één van de werkpunten werd in mijn eerste jaar als parlementair.
In een welvaartstaat als de onze is het voorzien van betaalbare zorg absoluut een speerpunt voor ons als N-VA. Iedereen toegang geven tot innovatieve therapieën op een betaalbare manier voor de patiënt en de publieke middelen is het doel. Met de invoer van een sociale derdebetaler regel en de maximum factuur beschermen we patiënten voor een te hoge gezondheidsrekening. In het parlement volg ik deze dossiers nauw op, N-VA staat voor een sociaal beleid. Niemand mag uit de boot vallen.
Een uitdaging in de komende jaren zal ongetwijfeld ook de geestelijke gezondheidszorg zijn. Hangend tussen het federale en het Vlaamse niveau , maar o zo belangrijk voor ons maatschappelijk welbevinden. Ons land blijft één van de koplopers voor wat suïcide en depressie betreft. In deze legislatuur zullen initiatieven rond welbevinden en geestelijke gezondheid zeker en vast moeten bijdragen tot een collectieve verbetering van ons geluk. Het begrip geestelijke gezondheidszorg gaat echter veel verder, het verder organiseren van de ambulante eerstelijnspsychologie en de uitbreiding van doelgroepen, de invoering van kwaliteitsindicatoren en criteria hieraan verbonden worden één van de werkpunten hierin.
In de apotheek volg ik al jaren druggebruikers op in de begeleiding van het afkicken en daarbij heb ik ook aandacht voor andere druggerelateerde problematiek. Het nadenken en ter sprake brengen van een doordacht drugsbeleid met respect voor elk individu in de begeleiding naar een drugsvrij leven ligt mij nauw aan het hart. Ik zal het thema opvolgen met de nodige passie en deskundigheid.
Als schepen van financiën rolde ik de financiële sector in. Overheidsfinanciën zijn de draaischijf van een goed werkende overheid. In de commissie financiën neem ik het fiscale luik voor mijn rekening met de vaste overtuiging van het feit dat belastingen de overheid moeten voorzien van middelen om ten dienste van de burger te staan, niet omgekeerd. IK streef naar rechtlijnigheid en transparantie in de fiscale maatregelen. Een slanke overheid met een verregaand confederaal model is mijn inziens de enige weg naar een beter gebalanceerd model van onze samenleving.
Mijn passie voor ontwikkelingssamenwerking ontdekte ik in de stedenband die mijn gemeente Evergem heeft met het Ecuadoriaanse Guaranda. Met de juiste accenten naar maatschappelijke capaciteitsopbouw en respect voor de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties wil ik actief meebouwen aan een wereld waarin elk kind de mogelijkheid heeft om op te groeien met een toekomst en zijn of haar talenten te ontplooien.