
De IRGC wordt internationaal gelinkt aan binnenlandse repressie, buitenlands terrorisme en talrijke mensenrechtenschendingen. De resolutie kadert in een bredere oproep tot internationale actie tegen het Iraanse regime, waaronder de onmiddellijke vrijlating van professor Ahmadreza Djalali, en de veroordeling van de executies van politieke gevangenen.
“België geeft met deze resolutie een krachtig signaal: terreur mag nooit onbestraft blijven, ook niet wanneer die komt van een staatsorgaan zoals de Revolutionaire Garde”, zegt Darya Safai. “De IRGC zaait angst en onderdrukking, niet alleen in Iran, maar ook wereldwijd.”
Gedaan met de straffeloosheid van het Iraanse regime
De resolutie vraagt onder meer dat de federale regering, samen met Europese partners, werk maakt van het formeel op de Europese terreurlijst plaatsen van de IRGC. Daarnaast dringt het parlement aan op de uitbreiding van sanctielijsten naar rechters, aanklagers en gevangenisdirecteurs die betrokken zijn bij schijnprocessen en executies, alsook voor het uitbreiden van economische sancties.
“We tonen hier politieke moed”, vertelt Kathleen Depoorter. “België loopt internationaal voorop, en het is nu aan de Europese Unie om deze lijn door te trekken. Dit is een mijlpaal in de strijd tegen de straffeloosheid van het Iraanse regime.”
Met deze resolutie zet België een belangrijke stap in de richting van een coherent buitenlands beleid dat mensenrechten en rechtsstatelijkheid centraal stelt. De N-VA roept de federale regering op om de aanbevelingen uit de resolutie snel en daadkrachtig in de praktijk om te zetten.