Op 9 juli 2021 dienden Kamerleden Frieda Gijbels en Kathleen Depoorter een wetsvoorstel in om de Commissie voor Toegang tot Bestuursdocumenten (CTB) een bindende beslissingsbevoegdheid te geven, zoals die ook bestaat op gewestelijk niveau. “Vandaag is het advies van de federale CTB niet bindend waardoor de betrokken overheid dit advies naast zich kan neerleggen en de aanvraag kan weigeren. Doordat de CTB enkel een adviserende bevoegdheid heeft en geen beslissingsmacht, komt de last op de schouders van de burger. Die moet dan juridische stappen nemen en dat is een aanzienlijke drempel aangezien de procedure voor de Raad van State (of de gewone rechter) veel tijd én geld kost. Het is dan ook de logica zelve om de federale CTB, net als de regionale, beslissingsbevoegdheid te geven. Dat vinden wij overigens niet alleen, maar ook Europa en het Mensenrechteninstituut”, aldus Frieda Gijbels.

Tijd dat de federale regering haar woorden omzet in daden

De N-VA-Kamerleden verbazen er zich over dat minister Verlinden en de Vivaldicoalitie de beslissingsbevoegdheid niet willen regelen. “Premier Alexander De Croo (Open Vld) stelde op 20 oktober 2021 in de commissie voor Binnenlandse Zaken dat de regering beslissingsmacht zou geven aan de CTB in het kader van de aanbevelingen van de GRECO van de Raad van Europa”, merkt Sigrid Goethals op. “In het verslag over de rechtstaat 2023 lezen we dat de minister van Binnenlandse Zaken een eigen initiatief overwoog. De kwestie van de omvorming van de CTB tot een orgaan dat bevoegd is om bindende besluiten te nemen, zou worden aangepakt. Het wordt tijd dat de regering haar woorden omzet in daden. Er zijn voldoende partijen in de regering en het parlement die daar voorstander van zijn. Ze hebben dat allemaal ingevoerd op het regionale niveau. Die lijn moet federaal worden doorgetrokken. De federale openbaarheid van bestuur mag niet het lelijke eendje van het land blijven.”

Het belangenconflict van Vandenbroucke

Dat kan ook verheldering brengen in het gedrag van de minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. “De minister zit hier trouwens met een belangenconflict”, stelt Kathleen Depoorter. “Zolang de regering de CTB geen beslissingsmacht geeft, kan de minister daar misbruik van maken en weigeren documenten vrij te geven inzake het COVID-beleid. Wat hij in de praktijk ook doet. Maar er is ook de nieuwe deontologische code. En die code verplicht de minister niet alleen om belangenconflicten te melden, wat Vandenbroucke kennelijk zou hebben nagelaten. Daarbovenop moest hij zich ook terugtrekken in de betreffende dossiers. Volgens minister Verlinden zijn de voorliggende tekst en de amendementen met betrekking tot de CTB echter het resultaat van overleg in de Ministerraad. De minister van Volksgezondheid zou daar dan niet bij mogen zijn geweest. Het zou natuurlijk nog erger zijn, mocht het minister Vandenbroucke zelf zijn die zich heeft verzet tegen de beslissingsbevoegdheid van de CTB. Dat kan absoluut niet.”