Het apenpokkenvirus: we willen er eigenlijk niet van horen, maar dat betekent niet dat we dit virus kunnen negeren. In de gemeenschap die potentieel getroffen wordt door het virus, leeft terechte onrust. Het apenpokkenvirus wordt overgedragen via intiem contact en komt momenteel – zij het niet exclusief – vooral voor bij mannen die seks hebben met mannen.

Er zijn nu 546 gevallen gerapporteerd. Weinig is dat niet. Moeten we panikeren? Neen. Moeten we sensibiliseren en wie dat wil, de nodige preventie aanreiken? Uiteraard.

Zomer van de vrijheid

We weten dat er een vaccin bestaat dat de verspreiding tegenhoudt. Er werd ook een nieuw vaccin ontwikkeld, maar dat wordt pas ná de zomer geleverd. Wie zich tijdens de zomer van de vrijheid wenst te beschermen tegen het apenpokkenvirus in België, moet de grens over om een vaccin te verkrijgen.

Bij de eerste besmettingen in mei bevroeg ik onze minister van Volksgezondheid nochtans naar de stock. Hij suste toen dat er een Europese aankoop ging komen. En nu, medio augustus, net middenin onze grote zomer van de vrijheid, is er een tekort aan vaccins. De parallellen met de covidcrisis zijn onvermijdelijk. België holt de realiteit opnieuw achterna en moet zich door het tekort aan vaccins houden aan veel te strenge vaccinatiecriteria.

Chaotische warboel

Eigenlijk heeft de federale overheid een chaotische warboel van deze vaccinatiecampagne gemaakt. Er is geen registratie, er zijn geen vaccins en de patiënten moeten via diverse vzw’s aangezocht worden.

Eveneens onbegrijpelijk is het feit dat er geen plan opgesteld werd om het fenomeen te screenen via rioolwater. Meten is immers weten. De universitaire labs van Antwerpen en Leuven hebben het wel begrepen: zij screenen. De federale overheid neemt geen actie. Als we grip willen krijgen op dit virus, zullen we het ook moeten monitoren.

We weten dat dit virus minder besmettelijk is dan het coronavirus. Er is nog geen sluitende evidentie dat het enkel via intiem contact wordt overgedragen. Sommige wetenschappelijke stemmen durven ook transmissie via droplets, kleine druppeltjes, te suggereren. Het is dus aan de overheid om aan het meten te slaan zodat ze over de wetenschappelijke informatie beschikt om haar bevolking te beschermen.

Spuitjes

En ik snap het. De bevolking heeft het stilaan gehad met spuitjes. Ze huivert bij de woorden ‘vaccins’ of ‘virus’. Maar het collectief trauma van de coronacrisis mag mensen hun kans niet ontnemen om zich te beschermen. De strijd tegen hiv zit nog vers in het geheugen en woedt nog steeds. De toegankelijkheid van preventieve middelen in ons land is gelukkig hoog, net zoals de bereidheid om zich te beschermen. Het is dan ook onbegrijpelijk – zelfs nalatig – dat dit vaccin niet vrijwillig ter beschikking wordt gesteld voor hen die het willen en een gezondheidsrisico lopen.

Het is niet normaal dat een inwoner vandaag de landsgrenzen van een moderne welvaartstaat over moet om zich te beschermen. Ik hoop dat minister Vandenbroucke (Vooruit) mij daarin volgt. Haal het apenpokkenvaccin uit de kast.