Recent nam de federale regering de beslissing dat patiëntengegevens uit het Recip-e platform (het systeem voor elektronische voorschriften) niet meer rechtstreeks afgehaald kunnen worden door gezondheidsapps die ontwikkeld en beheerd worden door bedrijven. Dat leidt ertoe dat vanaf 1 juli meer dan één miljoen patiënten niet meer rechtstreeks via hun apotheek-app hun medicatie kunnen bestellen.

Onbegrijpelijk

“De mogelijkheid om rechtsreeks medicijnen te bestellen is zowel voor de patiënt als voor de apotheker, zeker in tijden van ontbrekende geneesmiddelen, een grote meerwaarde. Het is daarom onbegrijpelijk dat minister Vandenbroucke dit fnuikt,” stelt Depoorter. “In de ons omringende landen, zoals Nederland, doet men net het tegenovergestelde. De beslissing van Vandenbroucke gaat bovendien in tegen de Europese Data Governance Act.”

Streep door innovatie

Door deze eenzijdige beslissing zullen er ook geen nieuwe patiëntvriendelijke apps meer kunnen ontwikkeld worden. Denk aan een chatfunctie met de huisarts of huisapotheker om vragen te stellen over het voorschrift, de functie om een berichtje te krijgen wanneer een geneesmiddel weer voorradig of beschikbaar is, of de melding dat een attest voor een bepaald medicijn vervallen is en vernieuwd moet worden.

Staatsgeneeskunde

"Met deze beslissing zet Vandenbroucke opnieuw een stap richting staatsgeneeskunde. De overheid beheert, regelt én inspecteert de gezondheidsgegevens van de patiënt. De federale regering fnuikt op die manier elke mogelijke innovatieve ontwikkeling van privé-initiatieven. Bovendien gaat deze maatregel al eind volgende week in. Dat is onverantwoord en onrealistisch. Beide platformen – van de overheid én van de bedrijven – kunnen, zoals in het buitenland, perfect naast elkaar functioneren, en dit in het belang van de patiënt," aldus Depoorter. “Ik roep minister Vandenbroucke op om snel alle betrokkenen uit de sector rond de tafel te brengen om een nieuw, evenwichtig en toekomstgericht kader te creëren, waarbij de patiënt terug centraal komt te staan.”