MONDELINGE VRAAG - de drugsepidemie in Brussel

Door Kathleen Depoorter op 4 oktober 2023

Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, afgelopen zomer kwam de hoofdstad herhaaldelijk in het nieuws door de drugsoverlast. Verslaafden gebruiken in openbare ruimte en de crackpijpjes en gebruikte spuiten slingeren rond. De regering besliste daarom de Nationale Veiligheidscel bijeen te roepen om de situatie aan te pakken.

Naast het bestuurlijke aspect van de problematiek is het uiteraard ook noodzakelijk om gezondheidsmatig in te grijpen en de gebruikers te begeleiden naar ontwenning. Verslaving aan crack is zeer hardnekkig. Dat pakt men niet zomaar aan. Bovendien gaat het in vele gevallen over patiënten met een multidruggebruik, die dus verschillende substanties nemen.

Brussel telt naar schatting 7.000 daklozen. Bij zowat 20 % van hen stellen hulpverleners een verslaving vast. Wat is uw actieplan om die personen als patiënt te begeleiden naar ontwenning? Beschikt u over voldoende hulpverleners en behandelplaatsen? In welke therapeutische begeleiding voorziet u specifiek voor personen die kampen met een crackverslaving?

In de Verenigde Staten heerst op het moment ook een tranqplaag. Tranq is eigenlijk een verzamelnaam voor zombiedrugs, vaak op basis van xylazine die vermengd wordt met fentanyl. De drug is goedkoop, verstart de gebruiker en geeft aanleiding tot diepe wonden. Hulpverleners beschikken nog niet over een antidotum waardoor heel wat gebruikers overlijden aan een overdosis.

Hebt u zicht op het gebruik van de drug in de Brussel? Zult u hiervoor een toekomstplan uitstippelen? Jammer genoeg is een drugsepidemie in de Verenigde Staten immers vaak een voorbode voor een bij ons.

Minister Frank Vandenbroucke: De vele daklozen in Brussel en de daaraan verbonden verslavingsproblematiek is een belangrijk probleem en het is een grote verantwoordelijkheid. De opvang en de behandeling van deze mensen is deels een federale bevoegdheid en deels een gemeenschapsbevoegdheid. Laagdrempelige hulpverlening voor daklozen valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen. Dat gaat dan om medisch-sociale opvangcentra, crisiscentra en dagcentra. Op vlak van de ziekenhuiszorg kunnen die mensen indien nodig uiteraard ook terecht in de Brusselse ziekenhuizen. We financieren onder meer CHU Brugmann in Brussel al jaren voor de opvang van personen in crisis wegens middelengebruik. Ook de mobiele teams die we hebben in het kader van de geestelijke gezondheidszorg kunnen hierin tussenkomen.

Ik ben op dit ogenblik al een tijdje in overleg met collega’s van de betrokken regeringen om te kijken of we met het oog op het enorme probleem in Brussel nog verder zeer specifieke initiatieven kunnen nemen binnen onze federale bevoegdheden, in samenwerking met de lokale verantwoordelijken.

Wat de therapeutische begeleiding betreft, kan ik alleen maar zeggen dat het aan de zorgprofessional is om te kijken welke therapeutische begeleiding nodig is. Vaak is de allereerste nood opvang, een dak boven het hoofd. Dat sluit niet uit dat er nog een heleboel andere problemen aangepakt moeten worden, maar daarover heb ik het net al gehad.

Wat tranq betreft, zijn er op dit moment geen bevestigde gevallen van misbruik of illegale verdeling van xylazine in België. Noch in de rapporteringen via inbeslagnames of in politieverband, noch in de ziekenhuizen is de drug al aangetroffen. Dat is actuele, officiële informatie. Hout vasthouden dat dit zo blijft.

Ik zou wel willen zeggen dat de huidige Belgische drugsmarkt en de epidemiologische situatie niet te vergelijken valt met de Verenigde Staten. Gelukkig – opnieuw hout vasthouden – is de fentanylcrisis tot op heden niet overgewaaid naar Europese landen. Er zijn dus geen indicaties dat die grote tranqproblematiek bij ons zal opduiken. Onze monitoringinstanties en lokale preventie- en schadebeperkende initiatieven verhogen echter wel de aandacht daarvoor.

Er wordt nauwer toegekeken of die toch zou opduiken. Zo werkt Sciensano bijvoorbeeld samen met de gerechtelijke en ziekenhuislabo’s om een snelle detectie van deze drug te kunnen garanderen.

Wat betreft de vragen van mevrouw Sneppe, ik wil aan het voorgaande toevoegen dat de situatie in en rond Brussel-Zuid werd besproken tijdens de Risk Management Group, onder meer op 7 september. Als we specifieke gezondheidsproblemen zien, hebben die vaak te maken met drugsgebruik. Dat wordt ook opgevolgd door de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van Brussel. Er is in deze groep ook een risico op transmissie van dermatologische infecties, zoals corynebacterium diphtheriae en schurft. Verder leveren de bevoegde overheden ook inspanningen om de vaccinatiegraad bij de daklozen en asielzoekers te verhogen. Er wordt dus veel gedaan. Ik heb aan de RMG gevraagd om dat vanuit hun bevoegdheid heel goed te bekijken en op te volgen.

U stelde een vraag over het Nationaal Crisiscentrum. Ik denk dat die door minister Verlinden moet worden beantwoord.

U vraagt wat de federale verantwoordelijkheid is op het vlak van volksgezondheid. Het federale niveau is bevoegd voor dringende geneeskundige hulpverlening. Wij hebben bij elke 112-oproep hulp geboden, zoals wij dat ook moeten doen. Daarnaast is de belangrijke investering die we doen in geestelijke gezondheidszorg een stuk van het antwoord op dit probleem.

U vraagt wat we doen om de bevoegdheidsverdeling te verbeteren. Ik werk met de bestaande bevoegdheidsverdeling, wat we daarover ook kunnen denken, maar daarbinnen probeer ik maximaal samen te werken met mijn collega’s door te overleggen en samen acties te ondernemen.

U zegt alleen symptoombestrijding te zien. Ik ben het daar deels mee eens. We hebben een crisissituatie die we zo goed mogelijk proberen aan te pakken, net als de crisissituaties in hoofde van individuele mensen op straat. De GGC is gesprekken gestart met verschillende instanties die ter plaatse werken om betere oplossingen te zoeken, in eerste instantie voor de daklozen en voor het drugsgebruik in de buurt van het station Brussel-Zuid.

U verwijst ook naar burgemeester Close. Wij moeten ervoor zorgen – ik denk dat hij dat ook vindt – dat men bij een crisissituatie op straat altijd kan reageren met een toeleiding naar de gepaste zorg. Er is heel wat aanbod van zorg en er gebeurt al heel wat waardevol en belangrijk werk door sociale werkers en zorgprofessionals, maar er is een beetje een gebrek aan coördinatie tussen de verschillende instanties. Daar probeer ik op dit moment prioritair werk van te maken. Wij hebben het project van CHU Brugmann al kunnen bespreken. Dat is een ambitieus project, maar ik sta er absoluut voor open. Wij zijn aan het bekijken of wij het in synergie met of in uitbreiding van bestaande federale projecten kunnen inkantelen in het bredere beleid inzake geestelijke gezondheidszorg dat ik voer.

Ik kom terug bij mevrouw Depoorter. U vraagt naar het regeringsstandpunt over het legaliseren van cannabis. Er is geen regeringsstandpunt dat zegt dat cannabis moet worden gelegaliseerd. Wij nemen ons natuurlijk wel voor om een wetenschappelijk goed onderbouwde visie te ontwikkelen met betrekking tot het drugsbeleid in het algemeen, maar op dit moment gaat de hoofdaandacht van de Algemene Cel Drugsbeleid eerlijk gezegd uit naar het alcoholplan, het tabaksplan, de aanpassing van de drugswet in het kader van de druggebruiksruimtes en het verbod op lachgas. Daar zijn wij op dit moment iets acuter mee bezig dan met het debat over de toekomst van het cannabisbeleid.

Wat uw tweede vraag betreft, in die toegevoegde vraag ken ik de bron van het cijfer niet. De drugsproblematiek is natuurlijk heel sterk aanwezig in Brussel. Wij financieren in mijn bevoegdheden al meer dan 15 jaar crisiseenheden in de ziekenhuizen die mensen met dergelijke problemen kunnen opvangen. Ook mobiele teams in het kader van de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg zijn operationeel in Brussel.

Daarnaast zijn er ngo's die werken in onder andere Brussel met deze zeer kwetsbare groepen. Die hebben we extra middelen gegeven om specifiek rond de drugsproblematiek te kunnen werken. Ik denk dan aan Dokters van de Wereld, Straatverpleegkundigen, de VRGT - Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg  en Tuberculosebestrijding -, enzovoort. We hebben die extra ondersteund om naar die groep toe wat meer expertise te hebben. De gespecialiseerde verslavingszorg en de sector die daarvoor instaat, behoren tot de bevoegdheid van de deelstaten.

Wat betreft uw derde bijkomende vraag volgt Sciensano via het early warning system de veranderingen in de Belgische drugsmarkt nauw op. Sciensano werkt daarvoor samen met gerechtelijke en ziekenhuislabo's om de snelle detectie van drugsfenomenen te verzekeren. Er zijn nu geen bevestigde gevallen door de politie, de douane, het gerecht of de ziekenhuizen van xylazine. De aandacht ervoor is wel verhoogd. Nederland, Frankrijk en Duitsland bevestigen overigens ook de afwezigheid van xylazine in hun land.

De verhouding tussen psychoactieve stoffen en de mentale gezondheid is het voorwerp geweest van veel studies. De resultaten zijn genuanceerd maar belangrijk genoeg om er aandacht voor te hebben. Ze zijn ook een signaal voor zorgverleners om dat zeer goed in het oog te houden en de gepaste maatregelen te nemen.

Een heel specifieke problematiek die ons echt moet bezighouden, is die van de dubbele diagnose, met enerzijds een psychiatrische aandoening, zoals een psychose of een persoonlijkheidsstoornis, en anderzijds een probleem met het gebruik van psychoactieve stoffen, zoals drugs.

Men moet dat samen aanpakken en niet afzonderlijk. Dat vraagt toch wel de juiste expertise. Daarom financieren wij specifieke ziekenhuiseenheden voor dubbele diagnose in Luik en Sleidinge. Het lijkt ook een groeiend fenomeen te zijn, overal in Europa zien wij meer dubbele diagnose. Mijn Spaanse collega's werken aan raadsconclusies voor Europa. Spanje is nu voorzitter van de EU. Daarin wordt onder meer sterk benadrukt dat wij hiertegen geïntegreerd moeten optreden. Ik steun dat. Wij kunnen leren van andere landen.

Dan kom ik aan uw laatste bijkomende vraag, over de high- en intensivecareunits. Die hebben geen exclusiecriteria, met uitzondering van GHB-verslaving, waarvoor somatische zorg nodig is. Het is dus normaal dat de HIC's vragen krijgen inzake verslaving. Gelet op hun HIC-werking is een goede aansluiting met de verslavingszorg van de deelstaten heel belangrijk. Verder heb ik reeds gesproken over de initiatieven die ik neem, maar dat wilde ik nog even toevoegen met betrekking tot de HIC's.

Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben het met u eens dat die dubbele diagnose echt een aandachtspunt is waar we vooral op moeten inzetten. Ik heb u al vaker gevraagd of u openstaat voor een subspecialisatie verslavingsarts.

Essentieel in de zorg voor een verslaafde patiënt is dat men de verslaving aanpakt, niet het product. Ongeacht of de psychiatrische aandoening voor of na het gebruik kwam – dat is vaak een wetenschappelijke discussie, de link bestaat. Die link is bewezen en is veel minder genuanceerd dan u het hier nu brengt. Daarom moeten we op verslavingszorg inzetten, daarin moeten zowel artsen als thuisverpleegkundigen zich specialiseren.

Minister Frank Vandenbroucke: Voor alle duidelijkheid, ik nuanceer het belang van het probleem niet. Ik heb gezegd dat het complex is, een ingewikkelde kwestie.

Kathleen Depoorter (N-VA): Het is complex, maar ter linkerzijde nuanceert men het nogal graag.

Minister Frank Vandenbroucke: Neen, toch niet.

Kathleen Depoorter (N-VA): Ik verwijs naar het volgend luik van uw antwoord, waar u zegt dat er geen regeringsstandpunt is over de legalisering van cannabis. Nochtans heb ik een interview gelezen waarin een vicepremier van uw regering heel duidelijk zegt dat de legalisering van cannabis gelinkt is aan de gezondheidszorg en de veiligheid en prioritair moet zijn voor de vivaldiregering. Ook heb ik een statement gelezen van uw partijgenote, waarnaar ik al een paar keer heb verwezen, die zelfs verder wil gaan en ook cocaïne wil legaliseren.

Minister Frank Vandenbroucke: Dat is absoluut mijn standpunt niet.

Kathleen Depoorter (N-VA): Dan zult u toch eens moeten praten met de mensen binnen uw partij. Het is van essentieel belang, wil men verslavingszorg aanpakken, dat er een duidelijk regeringsstandpunt is over het al dan niet legaliseren van dergelijke psychoactieve stoffen, die een bewezen link - voor of na, dat laat ik in het midden - met het mentaal welzijn hebben. Het is essentieel dat de regering daarover kleur bekent, een visie ontwikkelt en samen met de zorgactoren een behandelingsplan opstelt.

U hebt inderdaad in crisiscellen geïnvesteerd, alsook in de high intensive care units, maar wij weten allemaal dat dit op het terrein niet voldoende is. De verslavingsgolf die onze maatschappij overspoelt, is te groot. We hebben nu de gevolgen gezien in Brussel-Zuid, maar we zien ze iedere dag op de spoedafdelingen. We moeten daar echt op inzetten.

Wat het earlywarningsystem betreft, zegt u dat er nog geen xylazine gerapporteerd is. Ik mag het hopen, maar jammer genoeg leren de feiten en de geschiedenis ons dat zoiets dan meestal wel komt. Wat we vandaag lezen, dat stellen we morgen vast. Het is dus beter daar al preventief op in te zetten.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is